De Vlaamse Regering wenst de duurzame mobiliteit (lees: alternatieven voor het autosolisme) te bevorderen in het woon-werkverkeer. Dit gebeurt voornamelijk door het sensibiliseren van bedrijven en hun werknemers. Het Pendelplan, dat in 2006 werd gelanceerd, somt een aantal maatregelen op die de Vlaamse Regering in dat kader zal nemen.
Een op het eerste zicht laagdrempelig alternatief voor het autosolisme is het carpoolen: het vraagt geen grote investeringen van de overheid. De Vlaamse Overheid promoot carpooling voornamelijk via drie instrumenten: de Vlaamse Carpoolbank (een methode voor geïnteresseerden om carpoolpartners te vinden), het aanleggen van carpoolparkings (of "park & pool" areas) en geregelde sensibilisatiecampagnes.
Toch blijken de inspanningen van het Vlaams Gewest om carpoolen te bevorderen niet het gewenste resultaat op te leveren. Daarom heeft de Vlaamse Overheid aan Traject de opdracht toevertrouwd een onderzoek te voeren naar de nog bestaande hinderpalen en de voorwaarden voor het succesvol promoten van het samen rijden in het woon-werkverkeer.
Als definitie van carpoolen wordt gehanteerd: "het samen in één auto van en naar het werk rijden van mensen die niet tot hetzelfde gezin behoren". Daarbij kunnen zowel vertrek als bestemming verschillend zijn.
De eerste fase van het project (afgelopen) bestond uit het identificeren van theoretische hinderpalen en voorwaarden. Deze vormden de hypothesen die in de tweede fase werden afgetoetst. Deze onderzoeksfase bevatte de volgende elementen:
In een derde fase werden vervolgens conclusies getrokken en aanbevelingen geformuleerd.
Dit verslag bevat eerst een analyse van de geïdentificeerde hinderpalen volgens de betrokken partij:
Hinderpalen op het niveau van het wettelijk en fiscaal kader (federaal).
Op basis van deze analyse worden vervolgens aanbevelingen geformuleerd naar het beleid van de Vlaamse en federale regeringen.