
Vergroting
|
Zoals bekend zijn in het palet van de vervoermiddelen voor zowel de fiets als het openbaar vervoer op vele vlakken de negatieve externe effecten en kosten beduidend kleiner dan die van het autoverkeer.
Hoewel het meest geschikt, hebben zowel openbaar vervoer als de fiets elk specifieke voor- en nadelen. Door combinatie van beide modi kunnen we een goede complementariteit bekomen. Tijdens de verplaatsing is het openbaar
vervoer uitermate geschikt voor het verbindende gedeelte en de fiets, voor zowel het voor- als het natransport, het ontsluitende gedeelte.
Het meenemen van de fiets op de bus of tram heeft vooral nut op verbindende lijnen. De fiets is sneller vanwege verminderde gevoeligheid voor congestie. Met de fiets kan men gewoon naast de file fietsen, terwijl bussen of
trams afhankelijk zijn van een goede doorstroming door het beheersen van het autoverkeer.
Tussen 2008 en 2009 liep een project met drie stuurgroepen en één klankbordgroep om advies en onderzoek te leveren over bevestigingssystemen en de modaliteiten van de invoering van het fietsmeeneemsysteem.
- In het eerste deel wordt een inventaris gemaakt van bestaande fietsmeeneemsystemen op metro, tram en bus.
- Uit de inventarisatie werden vijf cases gekozen die in het tweede deel verder onderzocht werden.
- Het derde deel geeft een overzicht van het rollend materieel van De Lijn dat aangepast is voor fietsvervoer en vergelijken we met leenfietsen, huurfietsen en tussenvormen.
- Tot slot worden al deze gegevens bondig samengevat en worden enkele conclusies gemaakt.
|